Interview

In de aanloop van GRONDWERK verscheen er in de Agenda & Nieuws van Vooruit een interview met Lucinda Ra.

In ‘Rabot 4-358’ stond precair wonen centraal; met ‘Het Fioretti Project’ doken jullie de (kinder)psychiatrie in. Deze keer is de sociale stad het thema: een logisch vervolg in jullie parcours of wilden jullie het net over een compleet andere boeg gooien?
We maken linken met al ons voorgaand werk. De psychiatrie heeft hier ook mee te maken. Het gaat om onderkomen, zorg, de organisatie der dingen,… We bouwen verder op ons onderzoek van voorbije jaren. Wat we doen is een logisch gevolg. Wat altijd centraal staat is de levens en de verhalen van mensen. Wanneer we in de kinderpsychiatrie werkten, begrepen we achteraf dat die kinderen de kinderen hadden kunnen zijn van de mensen waar we mee werkten in het Rabot.

De aanpak is nu anders. We kiezen niet voor een ‘standaard’ voorstelling. We nemen drie dagen de tijd om dingen te laten plaatsvinden. We zien het als ons eigen festival. Ons sociaal festival. We maken hierin een eigen ordening, zoals dat gaat met de psyche, met een stad. Het verschil is dat we deze keer een context maken van nabijheid, met mensen rond een tafel. Of ernaast of erop of eronder. Geen scène, geen coulissen. De rollen zijn anders. We zijn allemaal organisator. Het zou kunnen dat we wel een kostuum gaan dragen, theater zit in onze kleren.

Wat verstaan jullie zelf onder de noemer ‘sociale stad’?
Een stad op zich is sociaal. Het is een beetje als witte sneeuw. Echter een groot percentage van de mensheid ziet zwarte sneeuw. Hoe komt dit? Waar ligt die sneeuw? Meestal in de stad. In appartementsgebouwen, achter muren, op banken, met kinderen, in dozen, …als de stad sociaal is, is ze ook asociaal. Ze zwijgt, ze keert haar rug, ze doet gewoon verder en springt over die muren, banken, dozen en kinderen. Ze is vol van haar kantoren. Kantoren doen wat de beslisser vraagt. Soms is de beslisser ook vergisser. Iedereen is een even groot sociaal geval.
Veel verhalen kennen we niet, of we kennen ze niet van elkaar. We willen meer uitwisseling, met de mensen achter die muren.

Welke rol kan kunst spelen in het vormgeven van die sociale stad?
De rol van troost en onderkomen. De rol van de muziek zonder verkeer en poëzie zonder wet. De rol van journalist zonder diploma en bouwmeester zonder vergunning.

Kunst kan een vorm maken die iets nieuws mogelijk maakt: een antwoord op een vraag, nieuwe vragen, ontmoetingen, onvoorspelbaarheid, een beetje adem en veranderbaarheid. Een vorm verandert, of verdwijnt, komt weer terug, maar anders. Sneeuw wordt water, verdampt, condenseert. In kunst kan alles. Sneeuw schilderen, steden in gehuchten veranderen, een trein die ontspoort, de ondergang durven opscheppen, de burgemeester de rol van clown geven, van het OCMW een poppenkast maken, de stad een geheugen geven, of een nieuw paar schoenen.
Door even buiten de ‘normale’ ordening van de dingen te gaan staan, kunnen misschien andere antwoorden, andere oplossingen gevonden worden. Met op zijn minst wat verbeelding.

Een constante in jullie werk is een uitgebreid vooronderzoek. Welke stappen hebben jullie deze keer gezet voor ‘GRONDWERK’?
Ons vooronderzoek vindt altijd plaats in de wereld buiten de theaterzaal en daar nemen we graag tijd voor. Ter voorbereiding van GRONDWERK gaat elk van ons eerst zijn eigen weg. Die weg vertrekt voor sommigen bij de torens van het Rabot maar evengoed op de Antwerpse Linkeroever, de Afrikalaan in Gent of bij de vondelingenschuif in Antwerpen. In de aanloop naar de driedaagse in de Vooruit komen we op regelmatige tijdstippen samen om ideeën en bevindingen uit te wisselen of uit te proberen. Uiteindelijk zullen al die verschillende verhalen en praktijken samenkomen tijdens GRONDWERK onder een scenografie, gekarameliseerd door Sven Roofthooft. En alle verschillende makers zullen elkaars werk dan ook versterken.

We brengen de mensen die we op ons traject ontmoeten mee. We stellen een groep samen van tien Getuigen die de drie dagen zullen volgen: zowel bewoners van een bepaalde wijk als mensen die er werken als mensen die erover schrijven of ervoor gestudeerd hebben. Op de laatste dag willen we samen met hen een onmogelijke conclusie maken.

Wat is de rol van beeldend kunstenaar Sofie Van der Linden in dit verhaal?
Sofie was er ook bij met het werk rond Rabot. Haar werk bestaat uit tekeningen die plekken verbeelden. Voor GRONDWERK zoomt ze al tekenend in op manieren van wonen en bewegen en hoe de stad zich vormt. De gebouwen worden de personages in de tekeningen. Ze zal tijdens het weekend in Vooruit ter plaatse dingen in kaart brengen die de mensen op die kaarten verbindt. Wie weet ontstaat er zo een alternatieve map van de manier waarop we de stad bewonen en gebruiken.

In het werk van Lucinda Ra staan tekst, muziek, tekening, maskers, video steeds naast en door elkaar. Het is multimediaal, ook als het resultaat een theatervoorstelling is. Sofie gebruikt nog een andere taal om de dingen te vertellen. Haar werk is een verrijkende aanvulling op de taal van Lucinda Ra.
Naast Sofie nodigen we ook scenograaf Sven Roofthooft en kunstenares Sara Sampelayo uit. Sven zorgt tijdens GRONDWERK voor een totale scenografie die zich gaandeweg aanpast aan het gebeuren. Sara improviseert met het eten dat de bezoekers gevraagd wordt mee te brengen.

Tijdens ‘GRONDWERK’ werken jullie 72 uur onafgebroken in de Domzaal. Wat verwachten jullie juist van de toeschouwers?
Een open geest. Verder gaat een verwachting meestal omgekeerd. De toeschouwer komt en verwacht. Wij verwachten ook honger. Naar eten, naar vragen.

We proberen om in plaats van een oordeel een conclusie te maken. We leggen thematieken op tafel. Tussen soep en patatten. Na de drie dagen maken we samen met de tien Getuigen een eindgedachte, een onmogelijke conclusie. We verwachten geduld. We willen geen geslaagde theatervoorstelling maken. Dit is een onderzoek, dat we delen met de toeschouwer. Het onderzoek IS de voorstelling, we verwachten ook dat men dat verstaat. Dingen zijn nooit af. Urgentie is behoeftiger dan mooie kunst.

We verwachten goesting in ontmoeting. Nieuwsgierigheid, wederzijdse inspiratie. Geen eenrichtingsverkeer. Iedereen is gast. We zijn gastvrij. Geen entreegeld maar eten dat we samen opeten. We zoeken een nieuwe blik der dingen. We verwachten verder niets.